De nieuwe Drank- en Horecawet verplicht gemeenteraden om regels te stellen ter bescherming van horecabedrijven tegen oneerlijke concurrentie van stichtingen en verenigingen die alcohol verstrekken. Het GBK heeft een groot hart voor dorpshuizen die een maatschappelijk doel hebben, echter als het gaat om commercieel gewin, dan is de kerntaak van een dorpshuis niet meer van toepassing. Regels zijn er niet alleen om nageleefd te worden, maar ook uit bescherming. Voor de Brink verandert er eigenlijk weinig, ze mogen misschien meer. Naast de maximaal 8 bijeenkomsten van persoonlijke aard, mogen zij ook nog ontheffingen vragen waar de tijden zijn opgerekt en avonden waar het geluid misschien iets te hard word beleefd. Heeft een volledige drank en horeca vergunning dan toegevoegde waarde op de kerntaak die een dorpshuis heeft?
Al met al is de nieuwe wet zeer onduidelijk voor de para commerciële instellingen, het GBK heeft daarom aan de burgemeester (die de handhaving opo dit beleid heeft) gevraagd, om informatieavonden te organiseren om de wijzigingen en de mogelijkheden nog eens goed te communiceren.
Dus eigenlijk wordt de soep niet zo heet gegeten als
hij is opgediend?.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten